1.0 Waar ik vandaan kom

Twintig jaar praktijkervaring als #scenograaf in de wereld van dans, toneel en performance-installaties hebben mijn blik geschoold. Het maakproces in het theater is een constant onderzoek-door-te-doen en reflectie op dit ‘doen’. Dat gebeurt door te repeteren, vergelijkbaar met het itereren in de wereld van design research. Als scenograaf, maker en ontwerper in het theater heb ik vele uren doorgebracht met het kijken naar en het ondergaan van voorstellingen-in-wording. De soms heel kleine veranderingen in ruimte, kostuum, licht, geluid en timing hadden juist grote invloed op de beleving en betekenis van die wereld op het toneel. Dit heeft mijn zintuiglijke ervaring gescherpt en gevoed met intuïtieve kennis over wat ik samenvat als de werking van de ruimte, wat een plek doet of de rol die de ruimte speelt in de opbouw van het verhaal, de constructie van een voorstelling, de beleving van de toeschouwer of bezoeker. Deze scenografische taal en reflectie onderzoek en ontwikkel ik nu verder in de stedelijke publieke ruimte om zo handen en voeten te geven aan urban scenography. Liesbeth Groot Nibbelink, dramaturge en universitair docent Media en Performance Studies aan de Universiteit Utrecht en medeoprichter van Platform-Scenography is daarbij met enige regelmaat mijn sparring partner.

Manifest voor mezelf, de grond onder mijn voeten, de basis voor mijn onderzoek in het kader van deze master, waarin ik wil vertragen o.a. door te tekenen, te wandelen, te luisteren, en wil leren van de stadsnatuur en de experts in het veld.

1.1 De leefwereld en mijn scenografische blik daarop

Als stadsbewoners zijn we spelers, deelnemers, bezoekers én toeschouwers van de stad. In deze verschillende rollen ervaren we direct de impact van kleine en grote veranderingen en geven we betekenis aan de eigen leefwereld door wat we dagelijks meemaken. De zich vaak herhalende gebeurtenissen, de herkenning en onderlinge contacten dragen bij aan een sociaal-cultureel weefsel, een onzichtbaar beweeglijk (geladen) netwerk, zo stel ik me voor, waar je deel van uitmaakt en dat verbindend kan werken. Henri Lefebvre, de Franse marxistische filosoof en socioloog, beroemd vanwege zijn kritische blik op het alledaagse leven en de rol van ruimte daarin, maakt onderscheid in drie niveaus van de publieke ruimte en heeft het daarbij over lived space als de ruimte waarin we ons dagelijks bewegen en waar betekenis ontstaat.

Lived space points in particular to how spaces are actually used and experienced by different (groups of) people, how they modify over time and are molded by political and social developments, and get infused with symbolic meanings, embodied memories, and situated histories. Of vital importance in Lefebvre’s work is that these three spatial domains [perceived, conceived and lived space] can be distinguished, but never separated.

Liesbeth Groot Nibbelink, p.60

De eerste stappen in mijn master-onderzoek zette ik op een braakliggend landje in de havens op de grens van Schiedam en Rotterdam. Ogenschijnlijk was het in onbruik geraakt, maar niets bleek minder waar. Door hier langere tijd te verblijven, in verschillende seizoenen en weersomstandigheden, er te spreken met omwonenden, de vogels te zien en mee te doen met activiteiten, werd ik me bewust van de rol die deze rafelige ruimte speelt in het natuurlijke, sociale en culturele weefsel en de waarde die zij heeft voor de gebruikers. Hier werd me duidelijk dat ik, als scenograaf, juist geïnteresseerd ben in deze zogenoemde lived space. Ik wil de betekenis van zo’n gebied voor het dagelijks leven van haar gebruikers onderzoeken en zichtbaar maken, nog zonder te weten hoe ik dat zou kunnen doen.

Soft Atlas van het landje; door de leefwereld met een theaterruimte te vergelijken, worden verschillende rollen en ruimtelijke kwaliteiten op een andere manier zichtbaar.

1.2 Verblijven

De lived space op dit landje onderzocht ik door in dit landschap te #verblijven. Zo kwamen er vragen in me op en werden er vragen door anderen gesteld. Vragen die niet van tevoren door mij als onderzoeker doelbewust waren meegenomen. Dit luisteren en leren kennen van deze leefwereld werd een bewust gereedschap in mijn vervolgonderzoek

Het dagelijks leven bestaat vooral uit zich herhalende handelingen, die zo gewoon lijken dat we ze voor lief nemen, de waarde en betekenis ervan misschien wel onderschatten, totdat er iets verandert. Deze dagelijkse gebeurtenissen noem ik #niet-spectaculaire, omdat ze zich niet voordoen als een bezienswaardigheid. Het is vaak de afwijking, de ontregeling die zich onderscheidt en onze aandacht trekt. Welke rol speelt dit niet-spectaculaire, zich herhalende leven in de sociale en culturele cohesie van onze leefwerelden? Welke rol speelt de publieke ruimte in die leefwereld en hoe krijg je daar het gevoel dat je er onderdeel van bent, er thuishoort en dat je welkom bent in je eigen leefomgeving? Van wie is de stad eigenlijk en voor wie, als het gaat om meer dan alleen mensen bij de inrichting en bestemming van deze ruimte? Hoe gaan we daadwerkelijk samenleven met de bodem, het water, de lucht, flora en fauna? Deze eerste vragen hebben richting gegeven aan mijn vervolgonderzoek dat zich in een ander gebied in de stad afspeelt en ook geïnspireerd werd door het voorstel dat Jelle Reumer doet aan het einde van zijn boek Wildpark Rotterdam:

Niet alleen kunnen wij (…) door middel van verstandig beleid de stad leefbaar maken voor de mensen die er wonen, we kunnen er ook voor zorgen dat er in de stad ruimte is voor meer en andere dieren en planten. Sterker nog, als we flora en fauna in de stad een belangrijkere rol toekennen wordt het er voor ons waarschijnlijk ook weer aangenamer toeven. Wat wij nodig hebben is een nieuwe kijk op de stad. We moeten haar beschouwen als een natuurverschijnsel, een natuurgebied, een habitat met [de mens als] een sluitsteensoort [laatste soort].

Jelle Reumer, p.148

Ik heb als scenograaf de afgelopen maanden verschillende strategieën uit het theater in de stad ingezet, ik doe op scenografische wijze onderzoek in deze leefruimte van de stad. Mijn scenografische blik richt zich allereerst op dat wat er al is en gebeurt, de dagelijkse ervaring in de geleefde ruimte (lived space). Door te verblijven bij dat wat schuurt of ongemakkelijk is én de schoonheid en het plezier te zien in het alledaagse leven, leer ik het karakter kennen en kan ik kwaliteiten zichtbaar maken. De betekenisvolle dagelijkse wereld verbind ik aan urgente, actuele, vaak abstracte thema’s. Het stellen van vragen die ter plekke rijzen en deze agenderen door ze een podium te geven, ik zie dit nu als de eerste gereedschappen uit het instrumentarium van de stadsscenograaf.

1.3 Wat ik als scenograaf doe in de stad

Gaandeweg het vervolgonderzoek ben ik me bewust geworden wat ik als scenograaf doe en terug kijkend zie ik mijn eerste activiteiten op het landje als een specifieke aanpak, namelijk daar verblijven om de kwaliteiten, de eigenaardigheden en zo het karakter te ontdekken. Ik zou dit verblijven scenografisch willen noemen, omdat ik me richt op wat de ruimte doet in relatie tot de betrokkenen, op de al aanwezige waarden en betekenissen die aan de ruimte gegeven worden door betrokkenen. Ik leer het gebied kennen, zonder iets te willen veranderen, bijvoorbeeld aan de rafels of rommeligheid. Deze maken deel uit van de kwaliteiten.

…’urban scenography’ […] brings more attention to urban materiality and encourages the analysis of dynamic configurations of urban elements, including even small accidental items, which are brought into city space not by power institutions and space experts (city planners and architects), but by citizen.

Jekaterina Lavrinec, p.21

In het vervolg van dit verhaal laat ik zien hoe ik een ander gebied in de stad, dat ik van binnenuit als volkstuinder al ken, ga stagen; ik voer het ten tonele en maak het zodoende op een nieuwe manier zichtbaar. Ik beschrijf hoe ik dat heb aangepakt en onderscheid drie velden van activiteiten rondom dat stagen, te weten het verblijven, het voorstellen en tot slot het adresseren. Ik maak zo de waarde én de #potentie van dit gebied voor de leefwereld van haar bewoners (menselijk en niet-menselijk) zichtbaar en breng dat onder de aandacht van verschillende partijen. Op die manier wil ik als stadsscenograaf (#urban scenographer) bijdragen aan het stadmaken, dat ik zie als stadsontwikkeling met, door en voor alle menselijke en niet-menselijke bewoners. Op die manier wil ik mede zorg dragen voor de leefbare en duurzame stad als natuurgebied, die Jelle Reumer voorstelt.

2.0 Het als park voorstellen

Op weg naar mijn volkstuin fiets ik graag via de lange groene Heemraadssingel, langs Diergaarde Blijdorp en door het Vroesenpark. Ik kruis de A20 en via het Paadje van Duizend Treê ben ik ineens in een  polderlandschap. Het fietspad vervolgend zie ik meerdere volkstuinparken en via het 16Hovensepark bereik ik mijn eigen volkstuinpark, een ‘pareltje in de polder’. Ik ervaar het als een groene route door de stad, die me de drukte van stad uit leidt, de ruimte van de stadsnatuur in.

Op de stadsplattegrond van de Rotterdam-West zag ik voor me hoe de twaalf nuts- en volkstuinen en twee zelfbeheerparken eigenlijk samen het kloppende hart vormen van een prachtige groene long. Het is een zogenaamd tussenlandschap, want het wordt flink doorsneden door water-, spoor- en autowegen (zie de kaart).

Interstitial spaces [tussenlandschappen] found between, under and over large infrastructural forms have several consistent features: these infrastructural interstices are small, irregular and enclosed. These spaces are made as small as possible, (…). They are also irregular in form (…) [and] are also enclosed on at least one side by a dominant infrastructure of transportation, power, water or communication networks that dissect the urban field. As a result the interstitial space is disconnected from other spatial networks, creating unattractive isolated islands in the city.

Ed Wall, p.147

Het gebied is een mozaïek, een assemblage van grotere stads- en volkstuinparken, sportvelden en kleine rafelranden (rommelruimtes) met heel eigen karakters en het verbindt het centrum en de stenige oude stadswijken met de buitengebieden, iets dat essentieel is voor de biodiversiteit. Dit gebied biedt ruimte aan recreatie, (urban) sport, cultuur, festivals, rust, tuinieren, gezamenlijk onderhoud, planten en dieren, verkoeling en water. Het is nu al van waarde voor velen en heeft mogelijk potentie voor de klimaatadaptatie in de oude stadswijken, maar dit wordt nog niet zo gezien. De veelheid aan karaktervolle plekken (uitnodigend fraai of juist schurend rafelig) is interessant. Hoe kan ik eraan bijdragen dat deze waarden behouden blijven of zelfs versterkt worden? Allereerst door de zichtbaarheid ervan te vergroten en dat begon door deze groene long te zien als een stadspark.

Soft Atlas van het Paadje an Duizend Treê, waarin het tussenlandschap zichtbaar is met de verhalen die dit ‘onbestemde’ gebied karakteriseren.

2.1 Voorstellen met een naam

Denkend aan wereldsteden met een sterke parkencultuur, zoals Berlijn, Parijs en Londen (dat zelfs een nationaal park is) gaf ik het gebied de naam Stadspark West Door het deze naam te geven, kunnen ook anderen zich er een voorstelling van maken. Dit lijkt op het eerste gezicht een simpel gebaar, maar het geven van deze naam doet verschillende dingen. Namen zijn #performatief. De naam onderscheidt het gebied van de omliggende gebieden. Het mozaïek van diverse stukjes groen is nu door taal verbonden tot een geheel, waardoor ik de waarde ervan kon gaan agenderen. Het woord park in de naam roept associaties op met activiteiten en kwaliteiten die we kennen en Stadspark West is dus een park voor de stad, in het westen. De potentie van het gebied wordt zichtbaar, juist voor degenen die weten dat het nu (nog) geen park is.

Names are performative – they can ‘stand’ for what or whom they indicate in the same way that they can destabilize them. … Proper names can be considered as an interface between individuals [here a park, AKtB] and society, and they are always at work. At the same time, however, names can be considered as empty signifiers as they wait to be filled in by a bearer, which is to say that there is no essence to a name.

Konstantina Georgelou and Janez Janša, p.1

Lexicon

Urban Scenography

Het onderzoeken van de publieke leefruimte gebruik makend van methoden en strategieën uit het theater en de performatieve kunsten. Het verbeelden van dit scenografisch perspectief op de stedelijke leefruimte en op ontwikkelingen daarin.

Scenografie/scenograaf

Geworteld in de theatertraditie, richt scenografie (letterlijk het schrijven van de scène) zich op de enscenering van de (theatrale) ruimte en de compositie van de ontwikkeling van de ‘scène’ in tijd.

Scenografie ontwerpt, organiseert en stimuleert betekenisvolle relaties en ontwikkelingen tussen performers/toeschouwers/bezoekers, omgeving en objecten.

Door de ruimtelijke en temporele enscenering (al dan niet met licht, geluid, objecten, kostuums, media en materialen) en de positionering (van de performer/bezoeker/toeschouwer), wordt het kijken, ervaren en reflecteren georganiseerd en wordt de ontwikkeling van betekenis mogelijk.

In de verbindingen tussen plaats, object en lichaam (bijvoorbeeld van de performer) ontstaan mogelijk betekenisvolle relaties voor de toeschouwer.

Scenografisch perspectief

De scenografische analyse van de theaterruimte en/of de directe leefomgeving is gericht op de relationele, affectieve (experiëntiële) en reflectieve mogelijkheden en kwaliteiten daarvan.

Tijd nemen

Tijd nemen is essentieel om iets zintuiglijk te kunnen ervaren en ook om ergens ervaring in te krijgen. Om de zogenoemde lived space in een bepaald gebied te leren kennen is tijd nemen om te ‘luisteren’ een voorwaarde. Platform-Scenography heeft in haar manifest in 2017 tien uitgangspunten geformuleerd die de basis vormen voor het scenografisch onderzoek. Tijd nemen is geformuleerd als een politieke daad in tijden waarin prestatiedruk en efficiëntie de boventoon voeren.

In mijn onderzoek neem ik tijd, die ik doorbreng in het landschap, zodat ik er tijdelijk deel van uitmaak. Tekenen vertraagt het kijken en zorgt ervoor dat de details in beeld komen

Verblijven

Ik verblijf gedurende verschillende seizoenen in het landschap, zodat ik de veranderingen in het dagelijks leven waarneem en kan ervaren. Ik neem de tijd om mensen te spreken terwijl we door het landschap wandelen of als we samen werkzaamheden uitvoeren of sporten. Deze ontmoetingen in dit landschap met haar gebruikers maken het mogelijk om ook de vragen te leren kennen die daar leven, net als de dilemma’s of schurende onderwerpen die er spelen. Op deze manier daar verblijven vraagt om een open houding, waarin alle huidige gebruikers van het gebied zonder voorwaarden of eigenbelang (anders dan de kennismaking zelf) benaderd worden. Het is een vorm van solidariteit met dit gebied en de gebruikers, met wat er gebeurt en staat te gebeuren, zonder opdracht om iets op te lossen.

Het niet-spectaculaire

Scenografie [anders dan vaak gedacht wordt] houdt van dagelijksheid, het particuliere, het marginale, het niet-spectaculaire. Het spektakel houdt zich bezig met show en display, aandacht trekken, entertainment, visuele aantrekkingskracht. Scenografie onderzoekt het kleinschalige, het sensitieve. Ook hier is theater als achtergrond niet ver weg. Theater kent een lange reeks van antihelden, van mensen die wel willen en streven maar waar het net niet goed lukt (denk aan Becketts Try Again. Fail again. Fail better.)

Uit het scenografisch lexicon in wording van Platform-Scenography, […] toevoeging van mijzelf.

Potenties

In de enscenering wordt de ruimte opgeladen, voorzien van een zekere spanning waardoor er merkbaar of voelbaar mogelijkheden klaar liggen, zonder dat dit bepaalde handelingen of functioneel gebruik voorschrijft. In de relatie tussen de ruimte, objecten, actoren en toeschouwer ontstaan gaandeweg (mogelijk) betekenisvolle relaties. Het scenografisch ontwerp richt zich zodoende op potentiële handelingen, mogelijke associaties en interpretaties en speelt met de beweeglijkheid van betekenis en het geheugen van de toeschouwer.

Voorzien/er een voorstelling van maken

Iets voor me zien, me ergens een voorstelling van kunnen maken, ligt aan het begin van Stadspark West. Het voelen van de potentie en de waarde van het gefragmenteerde #tussenlandschap is voor mij als het kijken naar een theaterruimte; een ruimte die ontworpen wordt om mogelijkheden te scheppen voor performers om er te spelen en voor toeschouwers om verbanden te zien en context en betekenis te geven of soms ook zelf in deel te nemen; een ruimte waarin verhalen zich kunnen ontwikkelen of juist alleen sluimeren om verteld te worden. Theaterruimtes zijn tijdelijk, ‘opgeladen’, veranderlijk en bestaan zolang de voorstelling duurt. Na afloop is zijn er herinneringen en artefacten.

Kaart van Koen Marks laat het mozaïek
van functies zien.
Met de kaart in de hand kan je anderen laten zien waar het is: “Vanaf de Mevlana moskee, hier (wijzend), verbindt Stadspark West de parken, sportvelden, bermen en de dierentuin, tot in Overschie, zie je? En dan loopt het rechts tot aan de Bergse plassen en links naar De Tempel, ken je dat? Dat is tegenwoordig van Natuurmonumenten”.





Uit de kadastrale kaart van het gebied.

2.3 Voorstellen op een kaart

Ik heb Koen Marks (Buro MA.AN) gevraagd of hij dit gebied en het groene karakter ervan zichtbaar wilde maken op de stadsplattegrond. Hij maakte het veelzeggende en aantrekkelijke kaartbeeld dat je hierboven ziet. Groene ruimte en groene verbindingen in de zichtbaar versteende en verhitte (hier oranje) stad. De kadastrale kaarten die doorgaans gebruikt worden door professionals laten de volkstuinparken zien als witte of grijze gebieden, volgens de bijbehorende legenda zijn ze vrij van functies. Het kaartbeeld heeft een sterke werking en is eveneens performatief; door het gebruik van de kaart krijgt het gebied gestalte als park en groene long in de stad.  Op de site www.stadsparkwest.nl hebben we inmiddels verschillende belanghebbenden letterlijk op de kaart gezet.  

3.0 Adresseren door te performen

Spectators do not just look at a theatre performance. Whether ‘en groupe’ or singled out, whether seated or walking around, they are addressed in specific ways, and positioned through address: they are perhaps confronted or aroused, they can be treated as guests or as outsiders, as sensitive bodies, as citizen, and so on. In Visuality in the Theatre, Maaike Bleeker observes that through this address, spectators are invited to adopt a particular point of view from which to look at what is presented on stage.

Liesbeth Groot Nibbelink (2021), p.48

Van de kaart met de naam is een flyer gemaakt met achterop een statement. Deze wordt op verschillende manieren gebruikt. De flyer wordt verspreid, ligt in kantines en wordt aan geïnteresseerden meegegeven. Door als spreker op te treden in vergaderingen van de gemeente en volkstuinverenigingen komt de voorstelling van dit gebied als park en groene long tot leven. De flyer is een gespreksmiddel dat ik meeneem als ik met experts en betrokkenen wandelend in gesprek ga door Stadspark West. Dit wandelen lijkt een alledaagse activiteit, maar door daar in het landschap te zijn, de stadsnatuur zelf te ervaren en samen routes te lopen, verbinden we tegelijkertijd actief het gefragmenteerde gebied

The spaces that scenography creates (…) are increasingly seen as spaces for performance and consequently, as spaces for (self) presentation, encounters and (social) interaction. They can be called performative spaces as they are not only spaces for performance, but are being performed themselves; they materialize as a result of our interactions with and responses to space.

Liesbeth Groot Nibbelink (2019), p.102

Wandelen is zo dus een performance waardoor we Stadspark West gestalte geven en het karakter ervaren en bespreken. Contrastrijke scènes wisselen elkaar af en hier en daar doorbreekt een viaduct of een strook asfalt het groen. We ervaren natuur terwijl de trein langs raast. We zien het park in gebruik als leefwereld van velen: er wordt gevist, honden uitgelaten, volop gesport, er spelen kinderen, feestjes worden georganiseerd, er wordt gewandeld, buiten geslapen, gevaren, gezwommen en gechilld. Elke wandeling rijgt andere scènes aaneen, Stadspark West vertelt vele verhalen.

Stadspark West in Rotterdam is een idee én tegelijkertijd een feit. Stadspark West zie je namelijk liggen als je op de kaart de twaalf volks- en nutstuincomplexen, de Groene Connectie, het Essenburg Park, de Spoortuin, Pluktuin, Speeldernis, het Roel Langerakpark, Vroesenpark, Diergaarde Blijdorp, Park 16Hoven, Kleinpolderpark en het Bikepark verbindt met het buitengebied. Als je deze gebieden ook nog verbindt met de groene randen, bermen, waterlopen, jachthavens, camping, manege, (honden) speelterreinen en sportvelden dan zie je een (recreatief, sportief, cultureel en natuurlijk) prachtig gevarieerd, soms zelfs ruig ‘stadspark’ liggen dat ruimte geeft aan Rotterdammers in de verhitte en versteende stad en essentieel is voor een gezonde toekomst voor West. Stadspark West laat zien wat de kwaliteiten zijn en wat de waarde is van dit gebied voor de hele stad.

Citaat uit het manifest, achterzijde flyer Stadspark West

This image has an empty alt attribute; its file name is IMG_2242-768x1024.jpg
Het viaduct naast de sintelbaan leent zich uitzonderlijk goed voor (familie) feesten. Op een zomerse dag of avond zijn er soms wel vijf feestjes naast elkaar in de zuilengalerij.

3.1 Adresseren op een podium en platform

Gaandeweg is het idee voor Stadspark West gegroeid en uitgewerkt tot een projectplan waarvoor subsidie is toegekend door Citylab010, een stadssubsidie voor burgerinitiatieven. Het doel van het project is dat Stadspark West als groene long wordt gezien, ingezet en versterkt door beleid en betrokkenen. Enerzijds doen we dat door de betekenis die het gebied nu al heeft als lived space van vele gebruikers, zichtbaar te maken voor andere stedelingen en beleidsmakers, anderzijds worden de historie en landschappelijke kwaliteiten professioneel in kaart gebracht en worden mogelijkheden onderzocht om groene en blauwe (water)verbindingen te versterken. Stadspark West is de naam voor een gebied dat nu op de kaart staat. Het is daardoor zelf een podium dat de vele spelers die er actief zijn zichtbaar maakt. Tegelijkertijd is Stadspark West een platform dat steeds meer betrokkenen weet te verbinden aan het gezamenlijke belang van het behoud en het versterken van deze leefruimte voor de stad. Stadspark West als platform maakt samenwerking makkelijker tussen verschillende belanghebbenden. Het projectteam met Buro MA.AN, Krachtgroen, DAF Architecten, Tangerine Design en Platform-Scenography  werkt zo samen met belanghebbenden aan de campagne die de voorstelling van Stadspark West als groene long voor de stad verbeeldt én gestalte geeft. We stagen Stadspark West en als stadsscenograaf richt ik me op het zichtbaar maken van de betekenis die de betrokkenen geven aan hun lived space.

Urban Sports onder het Mevlana Viaduct, een ideale ruimte om zelf invulling aan te geven dankzij de geborgenheid van de overkappingen de nabijheid van parkeerruimte.
https://www.secure.instagram.com/tv/CormSNBNLJO/?utm_source=ig_web_copy_link
This image has an empty alt attribute; its file name is 221107.3-SPW-kaart-1024x739.jpg

4.0 De waarde van Stadspark West

De startvraag van mijn onderzoek, wat heb ik als scenograaf te bieden aan de stad, is de basis geworden voor het project Stadspark West. Gaandeweg heb ik ontdekt wat ik als stadsscenograaf te bieden heb in de ontwikkelingen in de stad. Door daar te verblijven, te luisteren en mee te doen ontdekte ik welke rol dit gebied speelt in de dagelijkse leefwereld van velen en de betekenis die zij eraan geven. Door er op een nieuwe manier naar te kijken, het gebied een naam te geven en het letterlijk op de kaart te zetten kan iedereen zich er nu een voorstelling van maken. In de context van de klimaatcrisis worden tot nu toe ongeziene mogelijkheden zichtbaar en geadresseerd. Het idee is een feit doordat we daar wandelen, sporten, recreëren, slapen, feesten, tuinieren, werken en wonen. Stadspark West doet een voorstel voor een duurzame en inclusieve manier van stadsontwikkeling met, voor en door betrokkenen. Stel je eens voor wat er mogelijk is als de (niet-economische) waarde en betekenis van Stadspark West onderkend en verbeterd worden in nauwe samenwerking met de betrokkenen! In de loop van 2023 wordt Stadspark West op verschillende manieren gestaged, als park onder de aandacht gebracht: in workshops, veldtochten, presentaties, gesprekken en via allerlei media kanalen. We ontwerpen een campagne voor het behoud van een waardevol gebied.

This image has an empty alt attribute; its file name is 221107.1-Welkom-in-SPW-1024x741.jpg
We brengen het gebied onder de aandacht van verschillende groepen. Door betrokkenen te verbinden aan het doel van Stadspark West maken de bestaande en nieuwe activiteiten deel uit van het programma, waarvan verslag wordt gedaan op verschillende manieren en in verschillende media. Door met beleidsmakers en belanghebbenden op veldtocht te gaan ervaren zij de kwaliteiten, mogelijkheden en betekenis van het gebied voor betrokkenen. Op diverse podia presenteren we gaandeweg onze bevindingen. We geven zo vorm aan een campagne.

What If/Stel dat

Wat zou er gebeuren als we onze krachten bundelen, uiteenlopende perspectieven delen en de tijd nemen om te luisteren zodat we dit gebied, dit ecosysteem beter leren kennen en leren zien zonder de mens daarin voortdurend centraal te stellen? Misschien dat we dan een voorstel kunnen doen aan de gemeente. Stel dat dit voorstel een levendig en gelaagd gebied zichtbaar maakt en laat zien wat de kwaliteiten zijn en welke rol die kunnen spelen in de crises waar we ons momenteel in bevinden? We maken het park door het ‘te performen’. We maken een voorstelling door gestalte te geven aan een andere werkwijze en door dit gebied te verbinden zonder het op de schop te nemen. We projecteren nieuwe mogelijkheden in de nabije toekomst en maken het voor mensen met minder verbeeldingskracht mogelijk om zich er een voorstelling van te maken. We schetsen scenario’s, handelingsperspectieven. Stel dat we zo, bottom-up, gaan samenwerken aan een rechtvaardig, inclusief, duurzaam stukje stad. We maken deze voorstelling.

Bronnen:

Lavrinec, Jekaterina, Urban scenography: emotional and bodily experience, in Limes: Borderland Studies 6.1 (2013): 21

Groot Nibbelink, Liesbeth, …, in Fryer, Nic, and Colette Conroy, eds. Rancière and Performance (Rowman & Littlefield Publishers, 2021): 48

Groot Nibbelink, Liesbeth, …, in Bleeker, Maaike, et al., eds. Thinking through theatre and performance (Bloomsbury Publishing, 2019): 102

Groot Nibbelink, Liesbeth. Nomadic Theatre: Mobilizing Theory and Practice on the European Stage (Bloomsbury Publishing, 2019): 60

Reumer, Jelle, Wildpark Rotterdam, De stad als natuurgebied (Historische Uitgeverij Groningen, 2014): 148

Konstantina Georgelou and Janez Janša, What names (un) do, in Performance Research 22.5 (2017): 1

Wall, Ed., Infrastructural form, Interstitial spaces and informal acts, in Infrastructural urbanism-Addressing the in-between (2011): 147

campagne materiaal Stadspark West:

Flyer met naam, kaart en statement Stadspark West, tekst Anne Karin ten Bosch, beeld Koen Marks

sites:

https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.0599.OV2021Rotterdam-va01/d_NL.IMRO.0599.OV2021Rotterdam-va01.pdf laatst gezien 15 maart 2023

https://stadsparkwest.nl/ laatst gezien 15 maart 2023